Ontdek het uurtarief van oppassers in je buurt

Min. leeftijd Max. leeftijd

Bereid om:

Elk jaar worden in Nederland gemiddeld 240.000 kinderen van 0-18 jaar medisch behandeld als gevolg van privé-ongevallen, waarvan 140.000 op de Spoedeisende Hulpafdeling van een ziekenhuis. Het aantal valongevallen hiervan, van kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar is ongeveer 60%.* Gelukkig kunnen we veel ongevallen met kinderen voorkomen en is er heel veel wat wij als ouders zelf kunnen doen. In dit artikel vind je wat je kunt doen om je kind te beschermen, want voorkomen is beter dan genezen.

Als ouders zijn we verantwoordelijk voor het bieden van een veilige omgeving voor onze kinderen. En van kleins af aan leren ze van ons, ook wanneer er gevaar dreigt en wanneer ze risico’s beter kunnen vermijden. Het is dus niet alleen gevaar wegnemen, maar ook het leren om met gevaarlijke situaties om te gaan. Niet alleen binnenshuis, maar ook buitenshuis. 

In de eerste levensjaren van een kind is het het meest kwetsbaar en heeft het de meeste bescherming nodig. Je moet er zelf voor zorgen dat de omgeving waar ze in leven veilig is zodat je de ongelukken kunt voorkomen. 

Risico’s in de kindertijd

Kinderen zijn van nature enorm nieuwsgierig. Dat helpt ze om te leren, maar is ook een van de hoofdoorzaken van ongelukken bij kinderen. Ze zijn razendsnel en ontdekken plekken in huis waarvan we zelf niet eens dachten dat ze gevaarlijk konden zijn. Zo’n 32% van de ongevallen waarbij een kind betrokken is, vindt thuis plaats. Maar ook in de kinderopvang kan een ongeluk gebeuren, en wanneer de kinderen ouder worden is de speeltuin ook een plek waar een ongeluk in een klein hoekje zit.

De meest voorkomende ongevallen zijn: 

  • Vallen
  • Vergiftiging 
  • Brandwonden
  • Verstikking 

Zeker als je kind gaat kruipen, is het goed om zelf eens een keer mee te kruipen om de wereld vanuit zijn of haar perceptie te zien. Zo kom je er al snel achter waar de gevaarlijke punten zitten, waar ze op willen klimmen en welke stopcontacten je misschien over het hoofd hebt gezien wanneer je ze wil afplakken. Of bij welke dingen ze nu bij kunnen die ze in hun mond kunnen stoppen. Zeker baby’s en peuters kennen geen gevaar, maar kunnen zichzelf gemakkelijk in gevaar brengen.

Binnenshuis ongevallen met kinderen voorkomen 

Tijdens de eerste jaren van het leven van het kind is het huis de plaats waar het grootste aantal ongevallen bij kinderen voorkomt. Het is de omgeving waarin kinderen hun dagelijkse activiteiten vaker spelen en ontwikkelen. Soms lijken de maatregelen misschien wat overdreven, maar kinderen zijn razendsnel!

Heb je een oppas aan huis? Informeer haar dan ook goed over de veiligheid van je kind.

Hoe kun je valpartijen thuis voorkomen?

kind klimt uit ledikant

Het kinderbed

  • Het ledikant moet hoog genoeg zijn. Bij verstelbare lattenbodems is het belangrijk dat ze goed zijn afgesteld, zodat het kind er niet overheen kan vallen. 
  • Leg geen knuffelbeesten, speelgoed of kussens in het babybed die je dreumes als opstapje zou kunnen gebruiken om uit de wieg te klimmen. 
  • Als je kind in een peuter- of eenpersoonsbed gaat slapen, zorg dan voor een plank of barrière aan de zijkant zodat ze niet uit bed kunnen vallen.

In de badkamer

  • Zorg voor een antislip oppervlak in je badkuip of douchecabine. Voor een paar euro heb je al een leuke. Kinderen zijn wat onbesuisder en glijden sneller uit; op de tegels kunnen ze hard vallen.
  • Laat NOOIT een kind alleen in de badkuip!
  • Houdt de vloeren zo droog mogelijk of leg een handdoek neer bij het afdrogen. Zorg voor droge voeten voordat ze de badkamer verlaten, want op bijvoorbeeld een gladde laminaatvloer glijd je met natte voeten snel uit.

Gordels en riempjes

  • Bij het gebruik van een kinderwagen, buggy of fietsstoeltje: zet je kinderen altijd in de gordels vast. Niet alleen kan je kind er uit vallen doordat ze zelf gaan bewegen, maar als je zelf een keer snel moet stoppen kan hij of zij er uit vallen.
  • Ook bij het gebruik van een kinderstoel: zorg ervoor dat je kindje altijd in de riempjes zit. Als ze eenmaal doorhebben dat ze in de stoel kunnen staan of net te ver naar de zijkant leunen, kunnen ze van hoog en hard vallen.

Verdere valbescherming in huis

  • Let op tapijten, kabels of speelgoed, welke obstakels kunnen vormen. Werk je kabels goed weg en check of je tapijt geen opstaande randen heeft. 
  • Zorg voor een goed traphekje, zowel boven als beneden, en doe dit te allen tijde dicht als je kindje thuis is. Als kleintjes eenmaal doorhebben dat ze de trap op kunnen kruipen doen ze niets liever. 
  • Schroef kasten vast tegen de muur. Als kinderen op een kast klimmen, kan deze omvallen en op hun terecht komen.
  • Zorg voor sloten op je openslaande ramen, zodat je kinderen deze niet zelf open kunnen maken. 
  • Kijk of er geen objecten zijn die je kind kan gebruiken als opstapje naar een hoger oppervlak, zoals een krukje naast een kast of tafel. 
  • Gebruik je nog een commode, laat je baby dan NOOIT alleen op de commode liggen. Zorg er van tevoren voor dat je alles bij de hand hebt, want even omdraaien is al genoeg. Je hebt verschoningskussens met opstaande randen die je wat kunnen helpen en waar je baby moeilijker in kan draaien, maar dan nog: ze zijn watervlug.

Hoe kun je wonden voorkomen?

  • Zorg ervoor dat scherpe voorwerpen altijd buiten het bereik van kinderen liggen. Voorwerpen als messen, vorken, scharen of glazen flessen, maar ook spijkers of punaises, moet je in afsluitbare kasten of lades bewaren, of op een hoogte waar de kinderen niet bij kunnen. 
  • Plaats (hoek)beschermers op meubels waar een scherpe rand aan zit, of kijk voor bescherming voor puntige objecten. Er zijn speciale tafelhoekjes verkrijgbaar. 
  • Houdt kleine apparatuur buiten het bereik van kinderen. Denk aan blenders, ventilatoren of boormachines die behoorlijk wat schade kunnen aanrichten. 

Hoe voorkom je brandwonden bij kinderen?

kind reikt naar pan, gevaar

Hete vloeistoffen

  • Als je je baby in bad doet, of je kind onder de douche zet, controleer dan eerst de watertemperatuur. Dit kun je doen door met je elleboog te voelen of door een badthermometer te gebruiken. De temperatuur mag niet hoger zijn dan 37 graden. Test de temperatuur ook wanneer je een thermostaatkraan gebruikt. 
  • Houd je kind uit de buurt van hete vloeistoffen. Zet de waterkoker op een plek waar je kind niet bij kan en, als je heet kraanwater hebt gebruikt, zet dan altijd even de koude kraan aan. 
  • Als je je kind op schoot hebt, drink dan geen koffie of thee. Zet deze dranken ook niet op tafels waar je kinderen bij kunnen. Door een onverwachte beweging kan een beker worden omgestoten en krijgen ze de inhoud over zich heen.
  • Krijgt je baby nog de fles, controleer dan altijd de temperatuur van het flesje. Houd er bij opwarmen in de magnetron rekening mee dat de inhoud van een fles niet gelijkmatig wordt opgewarmd! Je kunt de melk op de binnenkant van je pols laten druppelen.

Rook en vuur

  • Houd lucifers en aanstekers altijd achter slot en grendel of op plekken waar kinderen niet bij kunnen.
  • Als je als ouders rookt:
    • Zorg dat je sigarettenpeuken altijd uit zijn
    • Zorg dat de asbakken niet bereikbaar zijn voor kinderen
    • Rook niet in bed of bij je kind in de buurt
  • Installeer een of meerdere rookmelders in je huis
  • Laat je kind nooit alleen bij brandende kaarsen
  • Houd je kind weg bij een hete barbecue of open haard. Je kunt er even met ze dicht bij gaan staan zodat hij of zij voelt dat het heet is, maar zorg ervoor dat ze de barbecue of het brandende hout niet aanraken.

In en rond het huis

  • Zet je pannen zoveel mogelijk op de achterste pitten, zodat je kinderen daar niet bij kunnen. Draai ook de stelen van de pannen boven het aanrecht, zodat kinderen er niet bij kunnen.
  • Houd je kind uit de keuken wanneer je de oven gebruikt, zodat hij of zij niet in aanraking kan komen met de warme ovendeur.
  • Zeker in de winter kunnen radiatoren heel heet worden. Probeer je kinderen er weg te houden, of er een meubel voor te zetten zoals een bank. Er zijn ook roosters voor verkrijgbaar. 
  • Houd je kind uit de buurt van elektrische apparaten, en let ook vooral op het strijkijzer.
  • Plaats kindveilige stopcontacten of beveilig je stopcontacten met een kindveilig afdekplaatje. 
  • Werk elektriciteitssnoeren zoveel mogelijk weg, zoals in gootjes of achter een plint. 

In de zon

  • Je kind kan brandwonden oplopen wanneer het onbeschermd in de zon speelt. Houd kinderen op zonnige, warme dagen zoveel mogelijk uit de zon tussen 12.00 en 15.00 uur, wanneer de zon het felst is.
  • Gebruik daarnaast een zonnebrandcrème met minimaal factor 30. Smeer je kind elke twee uur in, en wees niet te zuinig. Dermatologen adviseren om vier eetlepels voor armen en benen te gebruiken, twee voor het lichaam en een half theelepeltje voor het gezicht, dus dat is meer dan dat we normaal gesproken smeren.!
  • Maak gebruik van petjes en een t-shirt om de zon te weren van het gezicht en het bovenlijf.
  • Als je al bruin bent, moet je ook nog insmeren. Een gebruinde huid geeft wel enige bescherming, maar dit is te vergelijken met factor 4 en dus veel te weinig. 
  • Wees je ervan bewust dat je je ook in de schaduw moet insmeren.

Hoe voorkom je vergiftiging bij kinderen?

Kind, risico, ongeval, vergiftiging

  • Deze spullen moet je te allen tijde uit de buurt van kinderen houden:
    • Medicijnen / drugs
    • Schoonmaakproducten
    • Insecticiden zoals muizengif of mierenlokdozen
    • Meststoffen
    • Andere giftige of chemische producten
  • Gebruik kasten met beveiligingssystemen om giftige producten en medicijnen op te slaan. Dit kan een slot zijn, of een cijfercode. Of zorg dat je ze hoog weg zet zodat kinderen er niet bij kunnen.
  • Bewaar de giftige producten in hun originele verpakking. Op de verpakking staat vaak nuttige informatie over wat te doen in het geval van vergiftiging.
  • Zorg er altijd voor dat de producten en verpakkingen goed gesloten zijn.
  • Als je kind wat ouder wordt, praat met hem/haar over het gevaar van het omgaan met dit soort giftige producten vanwege het vergiftigingsrisico. 
  • Bij het gebruik van medicijnen, leg je kind uit dat het alleen door een volwassene mag worden gegeven en alleen in geval van ziekte. Vertel ze daarnaast ook wat er kan gebeuren bij medicijnvergiftiging en de gevolgen die het kan hebben.
  • Sommige gassen zijn ook giftig. Zorg voor koolmonoxide-melders in huis.
  • Kijk eens in de tuin naar je planten. Zitten er planten bij met giftige bessen?

Hoe voorkom je verstikking en verslikken bij kinderen?

baby stopt speelgoed in de mond

Tijdens het eten

  • Geef je baby niet te vroeg vast voedsel. Te jonge kinderen kunnen erin stikken. 
  • Stop nooit eten in de mond van je kind wanneer het lacht, huilt, rent of springt. 
  • Leer je kind langzaam te kauwen en geef hem kleine stukjes.
  • Geef tijdens de eerste jaren geen hele ronde vruchten zoals minitomaatjes, druiven of nootjes. Snijdt de tomaten en druiven altijd in stukjes. Zorg ook dat pitjes altijd verwijderd zijn voordat je het fruit aan je kindje geeft. 

Verantwoord spelen

  • Zorg voor speelgoed dat is afgestemd op de leeftijd van je kindje. Zeker wanneer je kind jonger is dan 3, ontdekken ze veel door spullen in de mond te stoppen. Kijk dus goed of er geen kleine onderdeeltjes aan het speelgoed zitten die los kunnen laten.
  • Plastic zakken zijn geen speelgoed, hoe leuk ze ook klinken. Kinderen kunnen het om hun hoofd doen en erin stikken. 
  • Geef je kind geen kettingen, touwtjes of stropdassen. Bij een verkeerde beweging, of als ze ergens achter blijven haken, kunnen ze stikken. Dit geldt ook voor barnstenen kettingen in bed waarmee kinderen pijnloos zouden kunnen slapen: vermijdt verstikking bij je kind door altijd de ketting af te doen. 
  • Ben je ervan bewust dat kinderen jou imiteren. Stop dus nooit spullen in je mond waarvan je niet wil dat je kind het ook niet doet. Denk aan naalden als je met de naaimachine in de weer bent, of spijkers als je iets wil ophangen. 

Hoe voorkom je verdrinking bij je thuis?

kind in zwembad, zwemmen onder water

  • Laat kinderen nooit alleen in de badkuip om verdrinken te voorkomen.
  • Ook voor een opblaasbadje buiten geldt: laat je kind nooit alleen!
  • Heb je een privé zwembad? Zorg er dan voor dat er een hek omheen staat, zodat kinderen er niet in kunnen vallen of klimmen.  
  • Houd je kind ook in de gaten bij emmers gevuld met water. Zeker kleine kinderen kunnen in een klein laagje water al verdrinken. 

Hoe kun je wiegendood voorkomen?

Wiegendood is ook wel bekend als “Sudden Infant Death Syndrome” (SIDS). Het betekent een plotselinge dood van een kindje dat verder gezond lijkt, zonder dat er voor het overlijden een oorzaak wordt gevonden. Wiegendood komt het meest voor bij kinderen jonger dan 12 maanden, maar er is ook kans op wiegendood tussen de 1 en 2 jaar.

Er is nog veel onduidelijk over de oorzaken van wiegendood, maar er zijn een aantal risicofactoren. Een aantal daarvan heb je niet zelf in de hand (denk aan vroeggeboorte, laag geboortegewicht of meerlingen), maar een groot deel kun je wel beïnvloeden:

  • Leg het kind op de rug in het wiegje of het ledikant. Op de rug kan hij beter zijn warmte kwijt. Daarnaast kan een buikligging ook verstikking veroorzaken, wanneer neus en mond tegen het matras aan komen te liggen. Als een baby moeilijk kan ademen krijgt hij te weinig zuurstof binnen. Ook is je kindje mobieler op zijn buik, waardoor hij of zij zich tegen hoofdbeschermers of knuffels aan kan duwen. Ook dit kan leiden tot verstikking.
  • De matras van het kind moet stevig en ademend zijn. Mocht je kind zich op zijn buik rollen, wil je dat hij gewoon verse lucht kan inademen in plaats van de secundaire lucht die ze al een keertje hebben ingeademd en dus veel minder zuurstof bevat.
  • Wees alert op warmtestuwing. Dit vindt plaats wanneer een kind zijn warmte niet kwijt kan door bijvoorbeeld teveel dekens of een te warme kinderkamer. Zorg ervoor dat de kinderkamer goed geventileerd is en de temperatuur rond de 18 graden blijft. Leg je kind te slapen in een babyslaapzak of onder een dekentje, tot de oksels. En maak het bed zo op dat je kindje met de voeten tegen de onderkant van het ledikant aan ligt, zodat hij of zij niet onder de dekens kan schuiven.
  • Gebruik nooit kussens of dekbedden.
  • Hoewel het heel fijn en praktisch is om samen met je baby in één bed te slapen, verhoogd dit ook de kans op wiegendood. Een baby kan het te warm krijgen onder het dekbed, met zijn gezicht tegen een kussen aan liggen of tussen de matrassen terecht komen. En je wil al helemaal niet in je slaap op je kind rollen. Zet in plaats daarvan het babybedje in de ouderslaapkamer of schaf een cosleeper aan. 
  • Rook niet tijdens de zwangerschap of na de bevalling. Er is een duidelijk verband tussen roken en wiegendood. Het beste is om helemaal te stoppen, maar als dat niet lukt, zorg dan in ieder geval dat de kinderkamer rookvrij is en rook alleen buiten.

Buitenshuis ongevallen met kinderen voorkomen

Kind op schommel

Voorkomen is beter dan genezen. Als opvoeder ben je het voorbeeld van je kind. Je leert ze omgaan met de situaties op in de wijk, de speeltuin en op straat. Een buitengebied is een minder gecontroleerde omgeving dan binnen met meer factoren die je niet kunt beinvloeden. Leer je kind goed uitkijken, zowel in verkeersluwe gebieden als bij de grote weg. 

Hoe kun je valpartijen buiten voorkomen?

Volgens de WHO ( Wereldgezondheidsorganisatie ) sterven er jaarlijks 47.000 kinderen door een val. Nog eens honderdduizenden raken ernstig gewond door een val. Zeker als kinderen ouder worden, komen valongelukken vaker buitenshuis voor, zoals op straat of in de speeltuin.

Veel ongelukken zijn te voorkomen met onderstaande maatregelen: 

  • Kies speeltuinen die geschikt zijn voor je kind. Als je kind jong is, zoek dan een speeltuin in de buurt met toestellen die geschikt zijn voor dreumesen of peuters. Kleintjes zijn watervlug en zitten zo op een hoog klimrek.
  • Kinderen spelen graag in de zandbak, maar openbare zandbakken zijn niet altijd even schoon. Blijf bij je kind en kijk of er geen glas of afval in de buurt ligt. 
  • Kijk of de speeltuinen zachte ondergronden hebben, zoals gras, zand of rubberen tegels. Dat verzacht de val.
  • Schommels, glijbanen, wippen en andere voorwerpen voor het spelen moeten stevig op de grond zijn verankerd. Kijk of er geen scherpe randen zijn. De meeste openbare toestellen zijn veilig, maar door ouderdom of slijtage kunnen er schroeven of splinters uitsteken.
  • Wanneer het kind skates gebruikt, moet hij de juiste bescherming hebben (helm, elleboogbeschermers, kniebeschermers en polsbeschermers). Laat je kind nooit skaten in verkeersgebieden of ondergronden die niet vlak zijn. Hobbelige of oneffen straten vergroten de kans op vallen.
  • Hoewel het in Nederland niet gebruikelijk is, kun je je kind het beste een fietshelm laten dragen. Zeker als hij of zij net leert fietsen is het vallen en opstaan. Fiets ook in gebieden waar weinig verkeer is, zeker in het begin. 

Hoe voorkom je verkeersongevallen voor je kind?

Mother and child crossing the road. Back view.

Kinderen letten nog niet echt op de gevaren om hen heen. Ze zitten in hun spel of zien het gevaar gewoon niet. Vooral in het verkeer moet je constant opletten. 

Leer je kinderen de basisregels verkeersveiligheid. Ga vaak met ze naar buiten; ook als ze jong zijn pikken ze het al snel op:

  • Steek de straat alleen over bij een zebrapad of een andere plek waar je veilig kunt oversteken. Nooit bij een bocht. 
  • Is er een voetgangerslicht? Wacht dan tot het groen is voordat je oversteekt.
  • Laat je kind spelen in gebieden die afgesloten zijn voor verkeer: parken, pleinen en sportgebieden zijn hiervoor geschikt. 
  • Gebruik de mobiele telefoon nooit bij het oversteken van de straat als je kinderen bij je hebt, want dit vermindert je eigen oplettendheid. Kinderen zijn heel vlug.
  • Leer je kind naar links, rechts en weer naar links kijken voordat het oversteekt. Ook bij een zebrapad.
  • Je moet altijd op de stoep lopen, behalve als je de straat oversteekt.

Hoe voorkom je verdrinking buitenshuis?

In Nederland mag je kind vanaf 4 jaar op zwemles en daarvoor kun je samen met je kind een heel scala aan baby- en peuterzwemlessen volgen. Leren zwemmen is noodzakelijk met alle zwembaden, rivieren, plassen en zee dat we hebben. Gemiddeld haalt een kind binnen anderhalf jaar zijn zwemdiploma’s. Het hangt af van het kind hoe lang hij of zij erover doet. Tegenwoordig zijn de zwemlessen ook meer gericht op het overleven in onverwachte situaties. Zorg ervoor dat je kind een erkend, nationaal zwemdiploma haalt, dan weet je zeker dat ze alles leren wat ze moeten weten. 

Toch is het goed om je kinderen in de gaten te houden en natuurlijk al helemaal als ze geen diploma’s hebben.

  • Laat het kind niet in ondiepe gebieden springen  of duiken.
  • Verwijder altijd speelgoed uit het zwembad na het zwemmen. Zo voorkom je dat je kind toch het water in gaat om juist dat ene speeltje te pakken als er geen toezicht is. 
  • Gebruik nooit zwembandjes, zwemvesten, luchtbellen of opblaasbare vesten als vervanging van het toezicht. Al deze drijvende voorwerpen kunnen een vals gevoel van veiligheid geven, maar sluiten het risico op verdrinking niet uit.
  • Als je een opblaasbaar zwembad gebruikt, leeg het dan zodra er niet meer in wordt gespeeld. 
  • Gaat je kind zwemmen met school, gastouder of een oppas, zorg er dan voor dat ze weten hoever een kind is met zwemmen, en dat ze je kind niet uit het oog mogen verliezen. 

Zo beperk je letsel bij auto-ongelukken bij het reizen met kinderen

kleine kinderen reizen in de auto, ongevallen met kinderen voorkomen door autostoeltjes

Helaas kun je niet altijd ongevallen met kinderen voorkomen in het verkeer. Je bent met meer mensen op de weg dan alleen jezelf en je hebt de reacties van anderen niet in de hand. Waar je wel voor kunt zorgen is passende en veilige kinderbescherming in de auto.

Regels over het vervoer van kinderen

  • Kinderen met een lengte van minder dan 135 centimeter moeten altijd in een kinderstoel vervoerd worden. Deze kinderstoelen moeten voldoen aan de  ECE-R129 of ECE R44-03 en R44-04 norm. Vaak kun je deze code terugvinden op je autostoel. Enkel een zitverhoger wordt afgeraden; je kind wordt beter beschermd bij een botsing in een volledige stoel.
  • Kleine kinderen moeten tot 15 kilo tegen de rijrichting in vervoerd worden volgens de ECE-R129 norm. Bij ECE-R44 mag het iets eerder al, vanaf 9 kilo. Plaats je je maxi cosi op de voorstoel? Dan moet de airbag altijd worden uitgeschakeld en ook hier geldt dat je je kind tegen de rijrichting in moet vervoeren. 
  • Houdt je kind nooit op schoot tijdens het autorijden, maar zorg altijd voor een zitplek. 
  • Drie kinderen op de achterbank? Kinderen vanaf 3 jaar mogen een autogordel gebruiken op het middelste plekje op de achterbank, als er al twee kinderstoelen in gebruik zijn. Op de bijrijdersstoel moet altijd een kinderstoel worden geplaatst.
  • Iedereen moet altijd zijn gordel om doen. Geef zelf uiteraard het goede voorbeeld en controleer altijd of de gordels goed vast zitten.

Aanvullende adviezen voor het vervoeren van kinderen

  • Zorg dat je altijd het kinderslot op je achterdeur hebt zitten, zodat ze niet per ongeluk de deur kunnen openen.
  • Kun je het raam beveiligen zodat het niet open kan? Doe dat vooral, zodat handen en voeten binnenboord blijven. Of zet het raam op een klein kiertje zodat er frisse lucht naar binnen kan komen.
  • Laat kinderen NOOIT alleen in de auto. Zeker bij warm weer kan de temperatuur in een auto al snel oplopen!
  • Leer je kind om altijd aan de kant van de stoep uit te stappen en te wachten op jou voordat ze gaan lopen.
  • Houd de sleutels van het voertuig uit de buurt van kinderen. 

Ongevallen met kinderen voorkomen: sta jij wel eens stil bij de veiligheid van je eigen huis? Welke maatregelen hebben jullie genomen?

*Bron: EHBO aan kinderen